Johan

Mijn adoptieouders hebben altijd – misschien onbedoeld – een druk op mij gelegd om te passen binnen hun familie. Zij komen beiden uit gegoede families en hebben het als een groot verdriet ervaren dat ze geen kinderen konden krijgen. Mijn eveneens geadopteerde zusje en ik moesten ons aanpassen aan het gezin, er lag een enorme druk op mij. Ik ben vanaf mijn 15de stevig gaan drinken en heb veel problemen in mijn leven gehad. Ik bleek een kind te zijn van een joodse Amsterdamse moeder en een temperamentvolle Braziliaanse vader, niet echt een kind om in een stijf milieu op te groeien… Sinds ik mijn achtergronden ken, ben ik gestopt met drinken, ik begrijp mezelf nu beter. Mijn adoptieouders hebben mij als baby gezien als een onbeschreven blad, ik moest het perfecte adoptiekindje zijn, maar ik had al een hoop bagage bij me. Ook waren er in mijn biologische familie alcoholproblemen, dat heeft niemand ooit geweten. Ik raad iedereen aan om zijn eigen afkomst uit te zoeken, niet om je van je adoptieouders af te keren, maar om jezelf te vinden.

Marjo

Toen ik thuis eindelijk durfde te vertellen dat ik in verwachting was, was ik al 7 maanden zwanger. Mijn vader was woedend en sloot mij dagen op in mijn kamer. Samen met de ouders van mijn vriendje maakten ze plannen, zonder mij er in te betrekken. Mijn vriendje mocht ik niet meer zien, die werd door zijn ouders meteen naar een kostschool gestuurd. Ik moest weg uit Haarlem, helemaal naar Limburg, om daar mijn zwangerschap uit te dragen en te bevallen, en er was geen sprake van dat ik mijn kindje kon houden. Nadat mijn zoontje geboren was, werd hij meteen meegenomen, gewikkeld in doeken, ik zag alleen wat donkere plukjes haar. Bidden en smeken hielp niet, ik kreeg hem niet meer te zien. Toen mijn ouders mij kwamen halen liet mijn vader mij allerlei papieren tekenen, waarmee ik officieel afstand deed van mijn zoon. Dit was in 1968. Sindsdien word ik verscheurd door twee gevoelens: het verlangen mijn zoon terug te zien en het schuldgevoel dat ik niet genoeg ben opgekomen voor wat ik zelf wilde, dat ik niet tegen mijn ouders in opstand ben gekomen, dat ik niet ben weggegaan met mijn zoon, al had ik niet geweten hoe. Ik hoop dat hij mij ooit gaat zoeken, dat hij ook wel eens aan mij denkt en wil weten wie ik ben. Van Els begreep ik dat veel geadopteerden hun DNA laten opnamen in een database, ik ga me ook laten testen, zodat hij mij kan vinden als hij dat ook doet.