Test ook iemand aan moederskant

Als je door middel van autosomaal DNA gaat zoeken, dan vind je een lijst met verwanten. Deze mensen zijn sowieso allemaal familie van je, dat is al een heel raar idee voor sommigen. Maar hoe kun je nu weten of de verwantschap van moederskant of van vaderskant is?

Laat ook je moeder testen (als dat kan) of anders een van je broers/zussen met dezelfde moeder, een broer of zus van je moeder (oom of tante) of zelfs een neef of nicht. Oma of opa van moederskant is ook prima!

Je kunt namelijk een overzicht krijgen van je gezamenlijke DNA verwanten. Dus een lijst met gezamenlijke verwanten tussen jou en je moeder, dat is geen familie van vaderskant. Nu hoef je die gezamenlijke verwanten met je moeder alleen maar door te strepen en dan heb je een lijstje met verwanten via vaderskant.

(Let op: bij verdere familierelaties hoeft dat niet op te gaan, omdat DNA kan “verwateren” (door recombinatie) en een achter-achterkleinkind van een zus van je betovergrootmoeder tussen 0 en 1,52% DNA met je gemeen kan hebben. Iemand kan 0% DNA met je overeenkomen, maar wel in de stamboom thuishoren aan moederskant.)

Joyce

Vorig jaar kreeg ik opeens een brief van een nichtje, die mij via via had opgespoord. Een dochter van een broer van mijn vader… Terwijl ik niet eens wist dat mijn vader nog broers of zusters had! Ik heb mijn vader nooit gekend, hij ging weg toen ik nog een baby was. Mijn vader bleek het zwarte schaap van de familie en na de scheiding van mijn moeder is hij in Duitsland gaan wonen. Ze zien hem nooit. Ik ben het weekend na de brief meteen naar mijn nichtje toegegaan en zij heeft me over de familie verteld en me foto’s laten zien. Het is een hele grote familie, met ooms en tantes, neven en nichten en zelfs mijn oma leeft nog! Voor de zekerheid hebben we een DNA test gedaan. Ik ben zo blij dat ze mij hebben gezocht, dit jaar zit ik met kerst aan een echt familiediner!

Marjo

Toen ik thuis eindelijk durfde te vertellen dat ik in verwachting was, was ik al 7 maanden zwanger. Mijn vader was woedend en sloot mij dagen op in mijn kamer. Samen met de ouders van mijn vriendje maakten ze plannen, zonder mij er in te betrekken. Mijn vriendje mocht ik niet meer zien, die werd door zijn ouders meteen naar een kostschool gestuurd. Ik moest weg uit Haarlem, helemaal naar Limburg, om daar mijn zwangerschap uit te dragen en te bevallen, en er was geen sprake van dat ik mijn kindje kon houden. Nadat mijn zoontje geboren was, werd hij meteen meegenomen, gewikkeld in doeken, ik zag alleen wat donkere plukjes haar. Bidden en smeken hielp niet, ik kreeg hem niet meer te zien. Toen mijn ouders mij kwamen halen liet mijn vader mij allerlei papieren tekenen, waarmee ik officieel afstand deed van mijn zoon. Dit was in 1968. Sindsdien word ik verscheurd door twee gevoelens: het verlangen mijn zoon terug te zien en het schuldgevoel dat ik niet genoeg ben opgekomen voor wat ik zelf wilde, dat ik niet tegen mijn ouders in opstand ben gekomen, dat ik niet ben weggegaan met mijn zoon, al had ik niet geweten hoe. Ik hoop dat hij mij ooit gaat zoeken, dat hij ook wel eens aan mij denkt en wil weten wie ik ben. Van Els begreep ik dat veel geadopteerden hun DNA laten opnamen in een database, ik ga me ook laten testen, zodat hij mij kan vinden als hij dat ook doet.

Hans

Als kind van een onbekende donor had ik weinig hoop op het vinden van mijn afkomst. Ik heb er wel altijd veel behoefte aan gehad om meer te weten over de kant van mijn donorvader. Ik lijk niet erg op mijn moeders en opa’s en oma’s heb ik nauwelijks gekend. Toen ik las over de mogelijkheden van DNA onderzoek heb ik meteen getest bij alle drie de grote laboratoria en ik heb Els gevraagd mijn profielen te beheren en mijn matches te onderzoeken. Bij een van de databases, Ancestry, had ik een match met Neil, een kleinzoon van Nederlandse immigranten in Amerika, die zich hebben gevestigd in Grand Rapids. Els heeft een stamboom gemaakt van de Nederlandse familie van zijn grootouders. Dat was nog een heel werk, sommige broers of zusters van die mensen hadden meer dan tien kinderen, maar uiteindelijk bleef er maar één kandidaat over om mijn donorvader te zijn. In mijn donorinformatie stond namelijk dat hij in 1958 was geboren in Amsterdam en dat klopte maar bij één van de nakomelingen. Els heeft contact met hem gezocht en we hebben elkaar nu al twee keer ontmoet. Hij heeft me veel verteld en foto’s gegeven van hemzelf en mijn grootouders. Hij heeft twee kinderen met zijn vrouw, die het alle drie nog niet weten. Hij vindt het moeilijk om het ze te vertellen, vooral omdat er mogelijk nog meer donorkinderen van hem rondlopen.

Annet

Pas toen ik achttien was hoorde ik van een nichtje dat mijn vader niet mijn biologische vader was, maar mijn stiefvader. Ik had ooit wel gemerkt dat mijn ouders pas na mijn geboorte getrouwd waren, maar dat lag volgens hen aan het feit dat mijn vader op zee voer en in het buitenland zat. Ik heb er naar gevraagd bij mijn moeder en stukje bij beetje kwam het verhaal eruit. Ze was al zwanger geweest van een ander toen ze trouwde. Mijn vader heeft dat ook altijd geweten, maar ze hadden besloten dat niet aan mij te vertellen, onder het motto: wat niet weet, dat niet deert. Toch heb ik altijd gevoeld dat er iets raars aan de hand was, ik was ook de enige in de hele familie met heel donker haar en bruine ogen. Mijn vader blijkt een zoon van een Italiaanse gastarbeider te zijn. Hij heeft mij ook nog gezien toen ik net geboren was, maar van zijn ouders mocht hij niet met een Nederlandse trouwen. Hij heet Guido en hij woonde met zijn familie in Rotterdam. Ik weet te weinig details om hem te gaan zoeken, dus ik heb mijn DNA laten onderzoeken via Els. Het is zo leuk om nu een lijstje te zien van personen met wie ik verwant ben, die allerlei Italiaanse namen hebben.