Hans
Als kind van een onbekende donor had ik weinig hoop op het vinden van mijn afkomst. Ik heb er wel altijd veel behoefte aan gehad om meer te weten over de kant van mijn donorvader. Ik lijk niet erg op mijn moeders en opa’s en oma’s heb ik nauwelijks gekend. Toen ik las over de mogelijkheden van DNA onderzoek heb ik meteen getest bij alle drie de grote laboratoria en ik heb Els gevraagd mijn profielen te beheren en mijn matches te onderzoeken. Bij een van de databases, Ancestry, had ik een match met Neil, een kleinzoon van Nederlandse immigranten in Amerika, die zich hebben gevestigd in Grand Rapids. Els heeft een stamboom gemaakt van de Nederlandse familie van zijn grootouders. Dat was nog een heel werk, sommige broers of zusters van die mensen hadden meer dan tien kinderen, maar uiteindelijk bleef er maar één kandidaat over om mijn donorvader te zijn. In mijn donorinformatie stond namelijk dat hij in 1958 was geboren in Amsterdam en dat klopte maar bij één van de nakomelingen. Els heeft contact met hem gezocht en we hebben elkaar nu al twee keer ontmoet. Hij heeft me veel verteld en foto’s gegeven van hemzelf en mijn grootouders. Hij heeft twee kinderen met zijn vrouw, die het alle drie nog niet weten. Hij vindt het moeilijk om het ze te vertellen, vooral omdat er mogelijk nog meer donorkinderen van hem rondlopen.